Abonneer je nu voor nieuwe artikelen op deze website!
Bekend probleem:
Kinderen zijn klaar met eten, lopen naar de gang om hun jas op te hangen en er volgt ruzie. Het ene kind stoot tegen het anderen kind. De ander duwt terug. Waar moet je heen? Hoe voorkom je dit soort incidenten?
De oplossing ligt bij het afsluiten van het eetmoment. Wanneer je dit structureert, ben je preventief bezig. Denk hierbij aan het volgende:
- afspraken en vaste patronen
Zorg ervoor dat de afspraken helder zijn. Het maakt niet zoveel uit hoe die afspraken gelden (kan op elke school anders zijn), maar het is van groot belang dat alle begeleiders de afspraken kennen én ook op dezelfde manier uitvoeren. Hierdoor creëer je als overblijf een voorspelbaarheid bij de kinderen. Ze weten wat de afspraken zijn en wat ze kunnen verwachten. De vaste patronen helpen jou om deze afspraken vorm te geven. Een voorbeeld:
De afspraak is dat je aan tafel blijft zitten totdat alle kinderen uit jouw groepje klaar zijn met eten. (variant: aan tafel tot een wekkertje met een gestelde tijd afgaat). Het patroon is dat je dan eerst samen een liedje zingt en daarna, nadat je bent aangewezen door de overblijfkracht, je tas ophangt in de gang. Niet zitten, is niet aanwijzen en niet je jas ophangen, is niet naar buiten. Hierdoor ontstaat een vaste gewoonte. De kinderen weten wat ze kunnen verwachten. Daarnaast gaan de kinderen gestructureerd naar buiten en lopen ze minder door elkaar heen. Hierdoor zijn er minder conflicten.
- positie
Ga in de deuropening staan wanneer je kinderen gaat aanwijzen. Veel begeleiders blijven in de klas staan. Dit is niet handig. In de deuropening heb je toezicht in de klas en de gang. Ook komen alle kinderen even langs jou. Je kunt ze even wat persoonlijks/ vriendelijks tegen ze zeggen. Dit schept een band.
Bron: cursusaanbod Mijntso/educatief
Reacties